Vakantietoeslag
Elk jaar ontvangen werknemers hun vakantietoeslag. Dit wordt vaak het vakantiegeld genoemd. Iedereen die in Nederland woont en een arbeidsovereenkomst heeft, heeft recht op een vakantietoeslag. Aan de vakantietoeslag zitten een aantal regels, in deze checklist leggen we ze allemaal uit. Zo bent u na het lezen van alle belangrijke spelregels op de hoogte.
Hoogte
De vakantietoeslag is vastgelegd in de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag. U als werkgever bent verplicht om uw werknemers in ieder geval één keer per jaar de minimale vakantietoeslag uit te keren. Dit is ten minste 8% van het bruto jaarsalaris over de voorliggende twaalf maanden, de zogenaamde grondslagperiode. Soms is in de collectieve arbeidsovereenkomst (cao), het arbeidsvoorwaardenreglement (Avr) of de individuele arbeidsovereenkomst een hoger percentage afgesproken.
Moment van uitbetalen
Jaarlijks uitgekeerd vakantiegeld moet uiterlijk in juni worden uitbetaald, naar rato van het aantal maanden dat de werknemer in de grondslagperiode in dienst was. Die grondslagperiode loopt van juni van het vorig jaar tot en met mei van het lopende jaar In de praktijk krijgen de meeste werknemers de vakantietoeslag al uitgekeerd in de maand mei. Sommige werkgevers kiezen ervoor om het vakantiegeld per salarisperiode (meestal een maand) uit te keren, vooral bij oproepkrachten en tijdelijke medewerkers. Let goed op als u dit doet: het is wettelijk bepaald dat u het vakantiegeld apart op de loonstrook vermeldt.
Als er in de cao of individuele arbeidsovereenkomst is opgenomen dat de vakantietoeslag eerder wordt betaald dan wettelijk verplicht, moet u zich daar natuurlijk aan houden. Hetzelfde geldt als er een hoger percentage dan de wettelijke 8% is afgesproken. Ook daar moet u zich aan houden.
Overuren
Sinds 1 januari 2018 moet u voor het overwerk van werknemers ook gemiddeld het minimumloon betalen. Dit betekent dat u dus ook vakantiegeld over deze extra uren moet betalen. Vakantiegeld wordt berekend over de volle waarde van de overuren, dus ook over de toeslag voor overuren.
Maximum
Er zit wel een maximum aan de vakantietoeslag. Als u werknemers heeft die meer dan drie keer het minimumloon verdienen, dan hoeft u over het loon dat boven het drievoudige uitkomt geen vakantietoeslag te betalen. Deze werknemers ontvangen dus een vast bedrag aan vakantiegeld van 8% van driemaal het minimumloon. Dit moet dan wel zijn vastgelegd in de arbeidsovereenkomst. Is dat niet zo, dan geldt de 8% over het volledige loon.
Werknemers die de AOW-gerechtigde leeftijd hebben maar nog wel bij u werken, hebben niet per sé recht op minimumloon, maar wel op de minimum vakantiebijslag. U moet dus toch 8% van het wettelijk minimumloon aan vakantiegeld uitbetalen.
Boete
Betaalt u vakantiegeld te laat uit, dan kunnen werknemers een verhoging van maximaal 50% eisen. Bent u vier tot acht werkdagen te laat met het uitbetalen? Dan moet u 5% van het brutoloon extra uitbetalen. Voor elke werkdag dat u daarna nog te laat bent met het betalen van vakantiegeld komt daar nog eens 1% bij. Deze verhoging kan snel oplopen! Wees daarom altijd op tijd met betalen.
Ziek
Ook langdurig zieke werknemers hebben recht op vakantietoeslag. Veel werkgevers kiezen ervoor om in het eerste ziektejaar 100% van het loon door te betalen en in het tweede ziektejaar 70%. In dat tweede jaar hoeft u minder vakantietoeslag uit te keren.
Einde dienstverband
Als het dienstverband van uw werknemer eindigt, heeft hij of zij recht op de opgebouwde vakantietoeslag tot de datum waarop de arbeidsovereenkomst eindigt. U moet dit deel direct uitbetalen. Dit geldt ook voor werknemers die met pensioen gaan.