’Handige’ werkgever tast diep in de buidel voor overstap naar andere cao
Een werknemer werkt sinds augustus 1997 bij een exploitant van poppodia. Het arbeidscontract valt onder de cao Sociaal Werk, maar in 2002 sluiten sociale partners in de popbranche een eigen cao af. Op 23 mei 2018 krijgt de werknemer een brief waarin de werkgever stelt dat voortaan de nieuwe cao ook op zijn arbeidsvoorwaarden van toepassing is, dat er sprake is van een loonsverlaging van bijna € 400 en dat de gewerkte overuren van voor 1 januari 2018 vervallen. Daar is de werknemer het niet mee eens. Hij heeft nog ruim 900 uur aan overwerk openstaan en de werkgever heeft hem eerdere loonsverhogingen vanuit de cao Sociaal Werk onthouden.
Conflict
Dit zorgt voor spanningen tussen beide partijen. De werknemer stelt dat hij de overuren tot nu toe niet kan compenseren in tijd, wat wel de bedoeling is. Door een verhuizing, drukte en onderbezetting is dit niet mogelijk. De werkgever betwist dit. Hij geeft ook aan dat de omgang met de werknemer steeds moeilijker wordt, door een negatieve houding naar collega’s en een reeks incidenten. De gemiste loonsverhogingen krijgt de werknemer in augustus 2020 alsnog uitbetaald, maar door de slechte relatie met de werkgever zit de werknemer sinds oktober 2020 ziek thuis.
Rechtszaak
De werkgever verzoekt de kantonrechter de werknemer te ontslaan. Volgens hem is de arbeidsrelatie dusdanig verstoord (g-grond) dat het voortzetten hiervan niet zal lukken. Ook verwijt hij de werknemer slecht werknemerschap, doordat hij niet wil meewerken aan een overstap naar de andere cao en omdat hij volhoudt dat hij recht heeft op loon voor de overuren. Andersom verwijt de werknemer de werkgever juist van slecht werkgeverschap, omdat hij met een beroep op de overstap naar de andere cao geen achterstallige loonsverhogingen wil betalen en hij de overuren ook wil laten vervallen.
Uitspraak rechter
Het oordeel van de rechter op 9 juni is niet mals. De werkgever is grotendeels schuldig voor de verstoorde arbeidsrelatie en heeft ernstig verwijtbaar gehandeld. Ten eerste door het te laat uitbetalen van de gemiste loonsverhogingen, wat onnodig veel druk zet op de arbeidsrelatie. Maar ook door het niet compenseren van de overuren, waar hij tijdens de overwerkperiode ook geen schriftelijke regeling voor had. Hoewel de werknemer regelmatig aangaf dat hij de uren nog moest compenseren en ook altijd keurig de urenregistratie op orde had, heeft de werkgever nauwelijks de moeite genomen hier een oplossing voor te vinden. De rechter ontbindt de arbeidsovereenkomst en veroordeelt de werkgever tot het betalen van € 50.000 als billijke vergoeding voor het verwijtbaar handelen, € 32.000 aan transitievergoeding en € 25.000 ter compensatie van de overuren. Bij elkaar ruim € 107.000 bruto.