Inspectie SZW maakte er een potje van

Dankzij de koerswijziging van de Inspectie SZW om vanaf 2013 arbeidsongevallen en -overtredingen strenger aan te pakken en elke overtreder als fraudeur te zien, zijn er jarenlang te veel en te hoge boetes opgelegd. Achteraf blijken die boetes vaak te laat opgelegd, te hoog en onterecht. Dat komt naar buiten door onderzoek van het Financieele Dagblad. Inmiddels is het beleid van de inspectie aangepast.

Bezwaar

In 2016, drie jaar na de invoering van het strengere beleid onder het kabinet Rutte I, maakte al ruim de helft van de werkgevers bezwaar tegen de opgelegde boete. Dat was extreem veel. Werkgevers hadden meestal slechts twee weken om bezwaar te maken. De inspectie nam wat meer tijd. Vaak werd de boete niet binnen de verplichte 13 weken na een bedrijfsongeval opgelegd, maar pas maanden tot een jaar later.

Behandeling

Ook de behandeling van de bezwaren liet te lang op zich wachten. Want tegelijk met de invoering van het nieuwe beleid kreeg de inspectie ook een flinke bezuinigingsopdracht van het kabinet mee. Meer boetes opleggen met minder personeel bleek een recept voor problemen. Soms duurde het twee jaar voor er een reactie op bezwaar kwam. Alleen al vanwege dit soort vormfouten kregen werkgevers die naar de rechter stapten meestal gelijk.

Betalen

Natuurlijk moest de werkgever de boete direct na oplegging betalen. Over terugbetalen deed de inspectie moeilijker. Veel gedupeerden moesten jaren op hun geld wachten, soms tot drie jaar.