Negen weken (deels) betaald ouderschapsverlof wordt wet
Ouders die onbetaald ouderschapsverlof willen opnemen na de geboorte van hun kind krijgen via hun werkgever vanaf 1 augustus 2022 negen weken lang een loondoorbetaling van 50% van het maximum dagloon. Dat percentage kan nog oplopen tot 70% als een (nieuw) kabinet daar budget voor vrijmaakt. De wetswijziging is aangenomen door de Tweede Kamer en kan nu door naar de Eerste Kamer. Het gaat om een aanpassing van de Wet arbeid en zorg.
Financiële drempel
Het betaalde ouderschapsverlof komt ná het betaalde zwangerschaps- en bevallingsverlof voor de moeder of het eveneens betaalde geboorteverlof voor de partner van vijf dagen en het betaalde aanvullend geboorteverlof voor de partner van vijf weken. Met deze regeling wil het kabinet werknemers aanmoedigen om het tot nu toe onbetaalde ouderschapsverlof ook écht op te nemen. Dat deed nog maar een op de drie ouders, omdat het onbetaald ouderschapsverlof financieel te zwaar is.
Opname
Het betaalde ouderschapsverlof geldt zolang een werknemer het verlof opneemt in het eerste levensjaar van het kind. De regeling geldt ook bij adoptie en pleegzorg, tot een jaar na de opname van het kind in het gezin en zolang het kind jonger dan acht jaar is. Het is aan de werkgever om het loon door te betalen aan de werknemer ter hoogte van de uitkering die de werkgever per maand of achteraf kan declareren bij UWV.
Verhoging tot 70%
Minister Koolmees van SZW is ook bereid het uitkeringspercentage te verhogen tot 70% van het maximum dagloon, maar ziet dat als een keuze van het nieuwe kabinet: die moet daar ook de middelen voor vrijmaken. En het moet wel geregeld zijn vóórdat de wet van kracht wordt, anders moet er opnieuw een wetswijziging door de Tweede Kamer. Een andere wijziging is dat partners van bevallen moeders voortaan hun aanvullend geboorteverlof kunnen stopzetten bij ziekte.
Maximumdagloon
De nieuwe regeling gaat uit van een percentage van het maximumdagloon. Dat is een standaard richtbedrag voor veel sociale verzekeringen en staat per 1 januari 2021 op € 223,40 per dag of € 4.858,95 per maand. De nieuwe grens van 50% komt daarmee uit op € 2.429,48 per maand en de mogelijke verruimde grens van 70% op € 3.401,27 per maand. Werknemers die bruto minder verdienen dan deze grenzen hebben per saldo dus een veel hogere uitkering dan 50% of 70% van hun loon. Omgekeerd geldt dat goedverdienende werknemers minder dan 50% respectievelijk 70% van hun bestaand loon ontvangen bij betaald ouderschapsverlof.