Ontslag op staande voet om gestolen koekjes en dreigende schaar

Op 2 mei 2019 wordt een werknemer door zijn werkgever aangesproken op een verdwenen pak koekjes dat op de kantinetafel lag. Na twee confronterende gesprekken loopt de werknemer naar de kleedkamer en stopt onderweg een schaar in zijn broekzak. De werkgever dringt er herhaaldelijk op aan om de schaar af te geven, wat de werknemer uiteindelijk doet. De werkgever ziet de omstandigheden als reden om de werknemer op staande voet te ontslaan, zonder transitievergoeding. De rechter oordeelde in het hoger beroep op 18 februari 2021 dat de werkgever alsnog een transitievergoeding en billijke vergoeding moet betalen.

Dreigende houding

De werknemer was het niet eens met het besluit van de werkgever en stapte naar de rechter. In eerste instantie om alleen de transitievergoeding af te dwingen, maar in het hoger beroep probeerde hij ook het ontslag terug te laten draaien. Ook was de werknemer het niet eens met de werkgever dat hij een dreigende houding had aangenomen tijdens het voorval met de opgepakte schaar. Volgens de werknemer hoorde de schaar bij zijn werkplek en pakte hij deze om op te ruimen.

Rechtszaak

De rechter blijft bij de eerdere uitspraak en laat het ontslag op staande voet in stand. Maar de werkgever moet wel de transitievergoeding én een billijke vergoeding betalen. De werkgever heeft namelijk niet goed aangetoond dat de werknemer met de schaar had gedreigd en dat hij opzettelijk de koekjes zou hebben gestolen. De werknemer krijgt alsnog zijn transitievergoeding en een billijke vergoeding, bij elkaar komt dit neer op een bedrag van € 3.500.