Veel kritiek op rammelende klokkenluidersregeling
Er ligt een wetsvoorstel klaar voor een nieuwe klokkenluidersregeling die uiterlijk op 17 december door het parlement ‘moet’, omdat dat in Europees verband is afgesproken. Maatschappelijke partijen die mochten inspreken bij de Tweede Kamercommissie Binnenlandse zaken zien grote bezwaren. Hun advies is: trek dit voorstel in en maak een betere regeling, die voor alle melders van fraude, corruptie en andere misstanden binnen organisaties gelijk en eenduidig is en waarbij de klokkenluider beter wordt beschermd.
Financiële ondersteuning slecht geregeld
Een van de deelnemers aan het overleg met de Kamercommissie, Peter van der Meij, bestuurslid bij het Huis voor Klokkenluiders, gaf aan dat er een fonds nodig is om klokkenluiders bij te staan in juridische kosten en bij het wegvallen van loon door bijvoorbeeld ontslag van naar aanleiding van een melding.
Kleine organisaties vallen buiten de boot
Twee andere deelnemers, Rik van Steenbergen van FNV en Mario van Mierlo van MKB-Nederland, gaven aan dat klokkenluiders in kleinere organisaties zonder OR of PVT afhankelijk zijn van een eenzijdig door de werkgever opgestelde meldprocedure. Daardoor kunnen er onnodig veel risico’s bij de klokkenluider komen te liggen. Bij grotere organisaties is dat risico kleiner. Daar heeft de OR instemmingsrecht over de implementatie van een meldprocedure klokkenluiders, volgens artikel 27 van de Wet op de Ondernemingsraden (WOR).
Juridisch onnodig ingewikkeld
De vierde inspreker, Lousewies van de Laan van Transparency International, gaf aan dat in de nieuwe regeling heel ingewikkeld onderscheid wordt gemaakt tussen Europees Nederlands recht. Voor klokkenluiders, ondersteunende organisaties en autoriteiten is het hierdoor volstrekt onduidelijk op welk recht zij de melding moeten baseren en onderzoeken. Dit zorgt op den duur voor zeer ingewikkelde procedures en een onzekere situatie voor de klokkenluider.
Betere regeling
De Raad van State had al eerder vergelijkbare kritiek op het wetsvoorstel. Door de tijdsdruk dreigt de Tweede Kamer straks akkoord te moeten gaan met een slechte, niet eenduidige en niet volledige regeling. Volgens Van der Laan is dat nergens voor nodig. Het is geen probleem als het ministerie meer tijd voor nodig heeft voor een betere regeling. Dat kan het kabinet gewoon aangeven bij de Europese Commissie, die al snel een jaar extra tijd geeft om de Europese richtlijn voor de bescherming van klokkenluiders in de nationale wetgeving te complementeren.