Werkgever mag AOW-er niet discrimineren met lager loon
Een werkgever die een werknemer in dienst houdt na het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd mag die werknemer niet een lager loon betalen dan een jongere werknemer. Omdat de belasting op arbeid voor AOW-ers lager is – ze hoeven geen premies volksverzekeringen meer te betalen – maken werkgever en werknemer soms de keuze voor een lager brutoloon, waarvan uiteindelijk evenveel netto overblijft. Toch mag dit niet (zomaar): het is namelijk leeftijdsdiscriminiatie. Dat oordeelt het College voor de Rechten van de Mens op 22 december.
Casus
Een werknemer van artsenfederatie KNMG bereikte de AOW-leeftijd. Hiermee eindigde zijn contract van rechtswege. De KNMG stelde een nieuwe arbeidsovereenkomst op met een lager brutoloon, zodat hij een (vrijwel) gelijk nettosalaris ontvangt als bij zijn vorige contract. De werknemer vond dit niet OK en stapte naar het College voor de Rechten van de Mens.
Uitspraak
Op basis van de Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij arbeid (WGBL) mag een werkgever geen onderscheid maken in de beloning van zijn werknemers op basis van hun leeftijd. Omdat het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd onlosmakelijk verbonden is met het bereiken van een bepaalde leeftijd, oordeelt het College dat KNMG wel degelijk leeftijdsonderscheid maakt bij de beloning van de werknemer en hiermee de wet overtreedt.