Doorwerken na pensioen. Hoe werkt dat?
Steeds meer mensen willen doorwerken na het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd. Inmiddels zijn het er meer dan een kwart miljoen. Toch is doorwerken geen vanzelfsprekendheid. Het is geen recht, maar een afspraak tussen werkgever en werknemer in de vorm van een nieuw contract. Tenzij in de collectieve arbeidsovereenkomst (cao) staat dat het wel een recht is, dan loopt het bestaande contract door.
Doorlopend contract
De meeste arbeidsovereenkomsten eindigen ‘van rechtswege’ (automatisch, zonder noodzakelijke opzegging) bij het bereiken van de AOW-leeftijd. Dat staat in het individuele arbeidscontract, de cao of het arbeidsvoorwaardenreglement (avr). Alleen als er geen sprake is van beëindiging van rechtswege, of als er in de cao of de avr expliciet staat dat doorwerken na de AOW-leeftijd is toegestaan, loopt het bestaande (tijdelijke of vaste) contract gewoon door. Mocht de werkgever de arbeidsovereenkomst bij het bereiken van de AOW-leeftijd of in de tijd daarna willen beëindigen, dan moet hij de arbeidsovereenkomst opzeggen. Er geldt dan een opzegtermijn van één maand en de opzegging kan zonder de preventieve toets van het UWV of de rechter.
Nieuw contract
Is er wel sprake van beëindiging van rechtswege bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd en willen werkgever en werknemer toch samen verder, dan moeten ze een nieuwe arbeidsovereenkomst afsluiten. Daarbij gelden de volgende bijzonderheden:
- Er mogen na het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd maximaal zes tijdelijke contracten in maximaal vier jaar tijd worden afgesloten, met maximaal zes maanden tussen elk contract.
- De loondoorbetaling bij ziekte is beperkt van 24 maanden tot zes weken. In die zes weken mag de werknemer niet worden ontslagen.
- Bij ziekte moet de werkgever wel proberen de werknemer te re-integreren in de eigen organisatie, met de inzet de werknemer het eigen over ander passend werk te laten doen. Maar de werkgever is niet verplicht een plan van aanpak voor de re-integratie op te stellen en hij hoeft ook geen passend werk meer te zoeken bij een andere werkgever.
- De werknemer is na zijn AOW-leeftijd niet meer verzekerd tegen werkloosheid en arbeidsongeschiktheid. De werkgever hoeft daarom ook geen premies meer te betalen voor de Werkloosheidswet (WW), de Ziektewet, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) en de Algemene Ouderdomswet (AOW).
- De werknemer ontvangt naast loon ook een AOW-uitkering op grond van de AOW. Het loon heeft geen gevolgen voor de AOW. Ook het aanvullend pensioen dat bij de werkgever of zelf is opgebouwd, wordt niet van de AOW afgetrokken.
- Bij beëindiging van het nieuwe contract is er geen recht meer op een transitievergoeding of een ontslagvergoeding.