Nieuws
Publicatiedatum: 1 april 2025 | Geschreven door: Redactie Performa HR

Ondernemerschap ook belangrijk bij bepalen schijnzelfstandigheid

Bij het beoordelen of iemand werknemer of zelfstandige is, blijft – net als nu – ondernemerschap een volwaardig criterium naast de vraag of iemand wordt aangestuurd in het werk en of iemand werkt voor eigen risico. Ondernemerschap kenmerkt zich bijvoorbeeld door btw-afdracht, investeringen in het eigen bedrijf of energie steken in het werven van klanten. Het kabinet gaat het eerder ingediende wetsvoorstel Vbar hierop aanpassen, zo staat in brief aan de Tweede Kamer van 27 maart. Dat moet omdat de Hoge Raad in de zaak Uber versus FNV eerder oordeelde dat er geen rangorde is in de criteria.

Extern ondernemerschap

En die rangorde was er eerder wel. In het oude Vbar-voorstel gelden vijf subcriteria over de aansturing in het werk en vijf criteria over werken voor eigen risico. Pas als de score van die twee criteria gelijk is, zou de Belastingdienst pas gaan kijken iemand zich buiten de arbeidsrelatie gedraagt als ondernemer. Dit zogeheten ‘extern ondernemerschap’ was dus nevengeschikt. Dankzij de aanpassing van het wetsvoorstel weegt het extern ondernemerschap nu volwaardig mee als derde hoofdcriterium, naast de aansturing in het werk en het werken voor eigen risico.

Rechtsvermoeden van werknemerschap

In het nieuwe wetsvoorstel Vbar blijft een ‘rechtsvermoeden van werknemerschap’ onveranderd staan. Ontvangt een zzp’er een lager uurtarief dan het nog vast te stellen minimum, kan de zzp’er claimen een werknemer te zijn. De opdrachtgever moet dan aantonen dat er juist geen sprake is van een arbeidsovereenkomst.

Onderzoek door HR

Veel organisaties buigen zich momenteel over alle uitstaande opdrachten aan zzp’ers en kijken of ze die ook in dienst kunnen nemen als er sprake is van schijnzelfstandigheid. Of ze verbieden om nieuwe contracten met zzp’ers aan te gaan. Het is goed dat ze dat doen, want de aanpassing van het wetsvoorstel heeft geen of nauwelijks gevolgen voor de handhaving. De fiscus handhaaft nu nog op grond van de bestaande Wet dba en jurisprudentie, waar ondernemerschap ook een criterium is. Met de nieuwe Vbar blijft dat dus.