Raad van State: wetsvoorstellen flexwerkers en VBAR schieten tekort
Het wetsvoorstel om flexwerkers meer zekerheid te bieden en om arbeidsmarktrelaties te verduidelijken (VBAR) schieten te kort om de arbeidsmarkt te hervormen. Zo wordt in het wetsvoorstel het vaste contract niet aangepast en ontbreken er samenhangende hervormingen op terreinen als sociale zekerheid en fiscaliteit. Dat heeft de Raad van State bekend gemaakt op 11 november op haar website.
Meer zekerheid flexwerkers
Volgens de Raad van State zijn de maatregelen in dit wetsvoorstel niet effectief omdat deze vooral gericht zijn op het duidelijker afbakenen van de al bestaande mogelijkheden van flexibele arbeid. Ook zet de Raad van State vraagtekens bij de effectiviteit van het bandbreedtecontract waarbij het verschil tussen het minimumaantal uren en het maximale aantal uren niet meer dan 30% mag zijn. Tot slot wil de Raad van State een betere motivering op de uitzondering van minderjarigen, scholieren en studenten met een bijbaan op het verbieden van oproepcontracten. Het advies aan de regering is om deze verschillen beter te motiveren.
Wetsvoorstel VBAR
Volgens de Raad van State is het handhaven van de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties effectiever dan het nieuwe wetsvoorstel VBAR. Ook het voorgestelde toetsingskader voor ‘werken in dienst van’ zal de beoordeling van arbeidsrelaties niet echt makkelijker maken. Dat geldt ook voor het nieuwe ‘rechtsvermoeden van arbeidsovereenkomst’. Het wetsvoorstel gaat niet in op de risico’s als bestaande arbeidsrelaties als arbeidsovereenkomsten worden beoordeeld. Bijvoorbeeld vanwege de verschuldigde afdracht van pensioenpremies over voorafgaande perioden. Het advies aan de regering is om hier meer aandacht aan te besteden.