Nieuws
Laatst gewijzigd op: 23 oktober 2025 | Geschreven door: Redactie Performa HR

Wel of geen vakantie-opbouw bij slapend dienstverband?

Heeft een werknemer recht op opbouw (en dus uitbetaling) van vakantie na afloop van de periode van loondoorbetaling bij ziekte als de arbeidsovereenkomst niet is ontbonden? Ja zegt de kantonrechter in een zaak van een langdurig zieke werknemer tegen zijn werkgever. Nee zegt minister Mariëlle Paul van Sociale Zaken. Dat blijkt uit het antwoord van de minister op 14 oktober op vragen van Tweede Kamerlid Patijn (GroenLinksPvdA).

Burgerlijk wetboek

In het Burgerlijk Wetboek (BW) staat dat een werknemer alleen vakantie-uren opbouwt zolang hij of zij recht heeft op loon. Dat is het geval tijdens de eerste twee jaar ziekte, omdat een werkgever dan een loondoorbetalingsplicht heeft. Dus bouwen werknemers ook vakantie op tijdens hun ziekte. Maar na twee jaar stopt de loondoorbetaling bij ziekte en is er geen vakantieopbouw meer. Meestal treedt de zieke werknemer na twee jaar ook uit dienst, maar soms blijft de arbeidsovereenkomst bestaan – zonder loon, zonder werk – bijvoorbeeld omdat de werkgever geen transitievergoeding wil betalen die bij het ontslag hoort. In dat geval spreek je van een slapend dienstverband. De werknemer moet dan vaak zelf ontslag aanvragen bij de rechter.

Strijdig met Europees recht

In een zaak voor de Rechtbank Gelderland bleek dat de een ‘slapende’ werknemer niet alleen zijn gevraagde transitievergoeding van € 38.000 kreeg, maar ook zijn vakantieopbouw na twee jaar ziekte van € 13.000. De kantonrechter vond namelijk in zijn uitspraak van 12 augustus dat volgens Europees recht bij nog niet ontbonden dienstverbanden er nog steeds sprake is van vakantieopbouw. De rechter stelde de bepaling uit het BW buiten toepassing – want strijdig met het Europees recht – en veroordeelde de werkgever tot het uitbetalen van niet opgenomen vakantiedagen. [ECLI:NL:RBGEL:2025:7054]

Niet strijdig met Europees recht

De minister ziet het anders, zo legt ze uit in haar antwoord aan Kamerlid Patijn. Het BW is juist niet strijdig met het Europees recht. Want daar staat namelijk ook dat het doel van vakantie juist moet zijn ‘om werknemers de mogelijkheid tot rust en ontspanning te geven’. Dat impliceert dat een werknemer vooraf werk heeft verricht dat de toekenning van die vakantie-uren rechtvaardigt. Dus bouwt een werknemer alleen vakantie-uren met behoud van loon op over tijdvakken van daadwerkelijke ‘arbeid die is vervuld, althans loon is verschuldigd’. En dat betekent dat de opbouw van vakantie-uren stopt na afloop van de loondoorbetalingsperiode bij ziekte. Tenzij de hoogste rechter in Nederland in de toekomst anders bepaalt.