Risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E)
Om een goed arbo- en verzuimbeleid te voeren, moet je weten waardoor werknemers kunnen uitvallen. Pas als de risico’s op een ongeval of verzuim in kaart zijn gebracht, kan je als werkgever maatregelen nemen en oplossingen aangedragen. Daarom schrijft de Arbowet voor dat elke werkgever een Risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) maakt met een bijbehorend plan van aanpak. De RI&E moet aan bepaalde eisen voldoen. In deze checklist lees je welke dat zijn.
Doel van de RI&E
Het doel van een RI&E is de arbeidsrisico’s in kaart brengen. Als je weet welke dat zijn en hoe je ze kan wegnemen of beperken, voorkom je dat medewerkers uitvallen door arbeidsongevallen en ziekteverzuim. In het plan van aanpak staat welke maatregelen de werkgever neemt om de risico’s te beheersen. Een actuele RI&E en een plan van aanpak zijn wettelijk verplicht. De Nederlandse Arbeidsinspectie controleert of organisaties een RI&E en plan van aanpak hebben.
Eisen aan de RI&E
De RI&E moet aan bepaalde eisen voldoen. Zo bevat elke RI&E:
- een overzicht van de risico’s die het werk met zich meebrengt inclusief de onderliggende oorzaken van elk risico;
- een beschrijving van de gevaren en de risico-beperkende maatregelen;
- een overzicht van de risico’s voor bijzondere categorieën werknemers, zoals jeugdige werknemers en zwangere werknemers of medewerkers die borstvoeding geven.
Verder moet de RI&E actueel zijn, volledig zijn en in overeenstemming zijn met de laatste wetenschappelijke inzichten. Hoe de RI&E is vormgegeven, staat niet in de Arbowet. Het mag zowel een papieren als een digitaal document zijn.
Inventariseren
Voor het inventariseren van de risico’s zijn verschillende opties:
- De werkgever kan zelf de RI&E opstellen, samen met de preventiemedewerker. De RI&E moet dan nog wel getoetst worden door een gecertificeerde kerndeskundige.
- Een branche-instrument van Steunpunt RIE gebruiken (rie.nl) gebruiken. Is de RI&E gemaakt met een door het Steunpunt erkend instrument, dan hoeft deze vaak niet meer getoetst te worden.
- Een algemeen RI&E-instrument van Steunpunt RIE gebruiken. Dit zijn de instrumenten ‘Algemene MKB-RI&E’ en ‘Kantoren’. Dit is geschikt als voor jullie branche nog geen instrument is. Deze RI&E moet nog getoetst worden door een gecertificeerde kerndeskundige.
- De RI&E laten opstellen door een externe kerndeskundige. Dat kan nodig zijn als het gaat om specifieke risico’s. De RI&E moet nog getoetst worden door een andere kerndeskundige.
TIP Bij grote risico’s, zoals werken met gevaarlijke stoffen is een aanvullende RI&E vereist, een ARIE.
Evalueren
Na het inventariseren van de risico’s moeten deze worden geëvalueerd. Door middel van een risicoanalyse wordt bepaald wat de risicoklasse is. Een hoge risicoklasse houdt in dat de kans op een ongeval met verzuim, blijvend letsel of overlijden reëel is. De hoogste risico’s moeten direct worden opgelost. De lagere risico’s op termijn.
TIP Elke medewerker heeft inzagerecht in de RI&E en het plan van aanpak. Let er dus op dat het document goed vindbaar is en voor iedereen toegankelijk is. Vermeld de RI&E in het personeelshandboek en op intranet.
Plan van aanpak
Het plan van aanpak bevat maatregelen om de risico’s weg te nemen of te beperken. Per risico is beschreven wat de te nemen maatregelen zijn, welke deadline daarvoor geldt en wie ervoor verantwoordelijk is. Als er veel risico’s moeten worden opgelost, moet je prioriteiten stellen. De ondernemingsraad heeft instemmingsrecht over het plan van aanpak.
TIP Waak ervoor om alleen risico’s in een hoge risicoklasse aan te pakken. Als werknemers in de tocht of kou moeten werken, leidt dat niet direct tot verzuim, maar het is wel hinderlijk.
Toetsing
Als de risico’s geïnventariseerd en geëvalueerd zijn en het plan van aanpak gemaakt is, moet het geheel getoetst worden. De Arbowet geeft aan dat dit door een gecertificeerde arbodienst of kerndeskundige gedaan moet worden. Die laatste zijn: de arbeids- en organisatiedeskundige (A&O’er), de arbeidshygiënist (AH), de hoger veiligheidskundige (HVK’er) en de BIG-geregistreerde bedrijfsarts (BA). De toetsing bestaat uit een systeemtoets en een scopetoets. Bij een systeemtoets beoordelen de deskundigen de RI&E op vier algemene eisen: volledigheid, betrouwbaarheid, actualiteit en actuele inzichten. Blijkt uit de systeemtoets dat een onderdeel onvoldoende beschreven is, dan is een extra scopetoets verplicht.
Actualiseren
In de Arbowet staat niet hoe vaak je organisatie een RI&E moet maken. Wel staat er dat de RI&E actueel moet zijn. Dat betekent dat de bestuurder de RI&E moet aanpassen bij veranderingen die invloed hebben op de risico’s. Denk hierbij aan de invoering van andere taken of werkmethoden, de aanschaf van nieuwe machines of productielijnen, en een verhuizing. Ook het plan van aanpak moet dan aangepast worden.
TIP Als er geen ingrijpende zaken plaatsvinden, is het verstandig de RI&E eens in de drie jaar door te lopen en waar nodig aan te passen.
Rol ondernemingsraad en PVT
De OR of PVT heeft wettelijk instemmingsrecht over het opstellen en uitvoeren van de RI&E en het plan van aanpak. Niet alleen over de inhoud van de RI&E, maar ook over de strategie en het beleid. Dat geldt ook als je organisatie dit heeft uitbesteed aan een arbodienst. Het is daarom belangrijk dat de werkgever regelmatig contact heeft met de OR of PVT over de RI&E. Betrekt de werkgever de OR niet of niet tijdig bij het proces, dan kan de OR naar de rechter stappen.
Arbo--of VGMW-commissie
De ondernemingsraad kan zelf besluiten een arbo- of VGMW-commissie in te stellen. Deze commissie houdt zich bezig met het arbeidsomstandighedenbeleid in de organisatie. Hierin zitten naast OR-leden vaak ook de preventiemedewerker, een arbocoördinator of arbo-adviseur en soms ook een HR-professional. Zo’n commissie kan zich actief bezighouden met het opstellen van de RI&E en het plan van aanpak en meebeslissen over eventuele uitbesteding.
Arbocyclus
De RI&E en het plan van aanpak kunnen alleen succesvol worden uitgevoerd als er sprake is van een beleidscyclus, zoals de PDCA-cyclus die bestaat uit vier stappen: Plan Do Check Act. Verder is er een keur aan kwaliteitssystemen die je ook voor de arbobeleidscyclus kan gebruiken. Voorbeeld is de ISO 45001, een norm met richtlijnen voor het opzetten van een arbozorgsysteem. De norm zorgt er onder meer voor dat ook de risico’s van werkdruk en ongewenst gedrag (PSA) worden geïnventariseerd en beoordeeld.
Meer lezen over dit onderwerp? Bekijk dan de Checklist Taken voor de arbodienst