Openstaande vakantiedagen bij uit dienst: opnemen of uitbetalen?
Als werknemers uit dienst te gaan, hebben ze vaak nog een aantal vakantiedagen over. Het uitgangspunt is dat de werknemer kan kiezen om die alsnog op te nemen voordat hij uit dienst gaat of dat hij de openstaande vakantiedagen laat uitbetalen bij zijn laatste salarisbetaling. Voor beide opties moet de werkgever openstaan. Wil de werknemer de vakantie alsnog opnemen, dan kan de werkgever dat alleen weigeren wegens gewichtige redenen, bijvoorbeeld als de bedrijfsvoering daardoor aantoonbaar ernstig wordt verstoord.
Geen verplichte opname
Andersom kan een werkgever een werknemer niet verplichten alle vakantiedagen op te nemen voor het einde van het dienstverband. Wel kan die dat verzoeken aan de werknemer, maar die hoeft daar niet mee in te stemmen. Is er een vaststellingsovereenkomst of een andere afspraak waarbij de werknemer door de werkgever is vrijgesteld van werkzaamheden, dan mag de werkgever niet zonder toestemming van de werknemer daarbij eenzijdig vakantiedagen afschrijven.
Verklaring uitbetaalde vakantiedagen
Bij uitbetaling geldt nog een bijzondere regel, die bijna niemand kent. Betaalt de werkgever de resterende vakantiedagen uit, dan moet hij op eerste verzoek van de werknemer een verklaring opstellen waaruit blijkt hoeveel vakantiedagen in het lopende kalenderjaar zijn uitbetaald. Met die verklaring kan de werknemer bij zijn nieuwe werkgever eenzelfde aantal dagen onbetaald verlof claimen, zodat de werknemer toch over een heel kalenderjaar voldoende vakantie kan genieten.