Nieuws
Publicatiedatum: 12 juli 2024 | Geschreven door: Wander de Groot
cao-stijging

CAO-stijging 2024 komt voorlopig uit op 7,1%

De cao-lonen zijn flink gestegen. In 2023 bedroeg de gemiddelde cao-loonstijging 5,5%, in 2024 komt deze uit op 7,1% , al kan dat nog veranderen, omdat nog niet alle cao’s voor 2024 zijn afgesloten. Bij elkaar hebben de loonstijgingen een flink deel van de hoge inflatie gecompenseerd, zij het met de nodige vertraging. Dat blijkt uit het rapport ‘Cao-afspraken 2024, dat de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op 27 juni naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.

Meer variatie in loonafspraken

In vergelijking met voorgaande jaren is er meer variatie in de soorten loonafspraken. Was er voorheen bijna alleen maar sprake van procentuele loonsverhogingen, in 2024 zijn er ook veel afspraken gemaakt over loonsverhogingen die vooral de lagere salarisschalen tegemoet komt, zoals een vast bedrag voor alle werknemers of een procentuele loonstijging met een bodembedrag of een plafondbedrag. Ook zijn er cao-afspraken over een inflatiecompensatie, waarbij de uiteindelijke loonstijging (deels) afhangt van de inflatie.

Onderste loonschalen

Daar waar door het sterk gestegen minimumuurloon de onderste schalen van het loongebouw onder het minimum vielen, zijn die schalen opgehoogd. omhooggegaan. Toch is de gemiddelde afstand tussen het laagste cao-loon en het minimumloon kleiner geworden: van 6,0% eind 2022 naar 5,3% eind 2023. Het gaat dat om de vakvolwassen schalen voor werknemer van 21 jaar of ouder. In ruim twee op de vijf onderzochte cao’s zijn jeugdschalen aanwezig, net als bij het minimumloon.

Loondoorbetaling bij ziekte en werkloosheid

Tijdens de eerste twee ziektejaren zijn werkgevers verplicht het loon van werknemers door te betalen tegen minimaal 70% van het loon (140% over twee jaar). Voor 82% van de werknemers is de loondoorbetaling gedurende twee jaar hoger dan 170%. Voor 69% van de werknemers staan er in de cao ook afspraken over bovenwettelijke aanvullingen bij arbeidsongeschiktheid na de eerste twee ziektejaren. Voor driekwart van de werknemers is de reguliere WW-duur gerepareerd van 24 naar 38 maanden (het zogenaamde derde WW-jaar). Deze cijfers zover 2023 zijn vergelijkbaar met 2022.

RVU voor oudere werknemers

Er is in 2024 een (tijdelijke) regeling voor vervroegde uittreding (RVU) voor bijna 60% van de werknemers die onder de ruim honderd grootste cao’s vallen. Dit is aanmerkelijk meer dan eerdere jaren: 53% in 2023 en 37% in 2022. Verder staan in cao’s afspraken over verlofsparen (59% van de werknemers), arbeidsduurverkorting voor oudere werknemers (61%), vrijstelling van diensten (60%) en extra verlof (33%).