Faq's
Laatst gewijzigd op: 19 augustus 2024 | Geschreven door: Janneke Zoutenbier
subsidie geld zak geld

Wanneer betaalt de werkgever en wanneer het UWV het loon aan de werknemer?

Werknemers die hun werk geheel of gedeeltelijk niet kunnen doen, krijgen in veel gevallen hun loon tijdelijk doorbetaald door de werkgever, of ze krijgen rechtstreeks een uitkering van het UWV als werknemer. Wie betaalt wanneer?

Loondoorbetalingsverplichting aan de werknemer

De werkgever is verplicht het loon door te betalen van de werknemer:

  • Bij ziekte. In het Burgerlijk Wetboek is geregeld dat de werkgever verplicht is het loon van een arbeidsongeschikte werknemers minimaal 104 weken door te betalen, tenzij de arbeidsovereenkomst eerder eindigt. De hoogte van de loondoorbetaling bedraagt ten minste 70% van het vastgestelde loon inclusief vakantiebijslag met een maximum van 70% van het maximumpremieloon. Bij collectieve of individuele arbeidsovereenkomst kan de hoogte van de loondoorbetaling hoger zijn afgesproken. Als het loon dat de werkgever doorbetaalt minder is dan het minimumloon, dan moet de werkgever de eerste 52 weken het loon ten minste aanvullen tot het geldende minimumloon. De werkgever mag maximaal twee wachtdagen toepassen. Voor deze wachtdagen heeft de werknemer geen recht op loondoorbetaling.
  • Bij een ZW-uitkering of vervroegde IVA-uitkering. Als een werknemer recht heeft op een ZW-uitkering in het geval van ziekte als gevolg van zwangerschap of bevalling of een no-risk polis of een vervroegde IVA-uitkering, dan blijft de loondoorbetalingsverplichting aan de werknemer van toepassing. Daartegenover staat de uitkering van het UWV aan de werkgever. Voor de rest gelden de regels die ook hierboven staan bij loondoorbetaling bij ziekte. Uitzondering is wanneer de werkgever eigenrisicodrager is voor de Ziektewet of WGA. In dat betaalt de werkgever de loondoorbetaling zonder een uitkering van het UWV te ontvangen.

Rechtstreekse uitkering van het UWV aan de werknemer

Het UWV betaalt de werknemer rechtstreeks:

  • Een WAZO-uitkering bij zwangerschapsverlof, bevallingsverlof, aanvullend geboorteverlof en betaald ouderschapsverlof. Het UWV betaalt de werknemer rechtstreeks een uitkering in het kader van de Wet arbeid en zorg (WAZO), onder inhouding van de te betalen loonbelasting/premie volksverzekeringen en waarbij het UWV de ingehouden belasting, premies (inclusief WKO-opslag) en werkgeversheffing Zvw aan de Belastingdienst betaalt
  • WW-uitkering bij onwerkbaar weer. Een werkgever kan in bijzondere situaties tijdelijk geen of minder werk hebben. Denk aan vorst, ijzel, sneeuw, overvloedige regen, brand of blikseminslag, waardoor de werknemers hun normale werkzaamheden geheel of gedeeltelijk niet meer kunnen uitoefenen. Als de werkgever aan de voorwaarden voldoet aan de Regeling onwerkbaar weer uit de cao, is de werkgever vrijgesteld van de wettelijk loondoorbetalingsverplichting en ontvangt de werknemer voor de uren waarop niet kan worden gewerkt een WW-uitkering van het UWV.
  • WW-uitkering bij werktijdverkorting. Als sprake is van bijvoorbeeld brand of blikseminslag, kan de werkgever bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een verzoek indienen om de werktijd van zijn werknemers tijdelijk te verkorten: de ontheffing van het verbod op werktijdverkorting. Als de werkgever voldoet aan de voorwaarden voor werktijdverkorting, dan ontvangt hij deze ontheffing. De werkgever heeft met deze ontheffing geen loondoorbetalingsverplichting voor de uren waarop niet kan worden gewerkt. De werknemers hebben voor de uren waarop niet kan worden gewerkt recht op een WW-uitkering van het UWV.

De werkgever heeft bij werknemers die een UWV-uitkering ontvangen dus geen wettelijke loondoorbetalingsverplichting, behalve als bij collectieve of individuele arbeidsovereenkomst is overeengekomen dat de werkgever een aanvulling van de WAZO-uitkering tot 100% van het loon betaalt. In dat geval betaalt de werkgever de aanvulling.