Nieuws
Publicatiedatum: 25 juli 2023 | Geschreven door: Janneke Zoutenbier
mobiliteit

Heijnen reageert op brief van ‘de heer H.’

Het gebeurt niet vaak, maar op verzoek van de Tweede Kamer heeft staatssecretaris Vivianne Heijnen van Infrastructuur en Waterstaat op 22 mei 2023 gereageerd op een ingezonden brief van een … burger. Het gaat om ‘de heer H.’, die op 21 april de Kamer een brief stuurde over het ontwerpbesluit CO2-reductie werkgebonden personenmobiliteit. Daarmee moeten werkgevers het woon-werkverkeer en de zakelijke ritten van hun personeel bijhouden om de CO2-uitstoot te berekenen.

Benzineslurper of zuinige auto

‘H.’ stelt dat de regeling uitgaat van een standaard CO2-uitstoot per kilometer, terwijl het een enorm verschil maakt of er iemand een zuinige benzineauto of een benzineslurper gebruikt. Zo motiveer je je werknemers niet om een zuiniger auto te kiezen. En krijg je als werkgever straks een boete voor overschrijding van de norm-uitstoot, dan is die makkelijk aan te vechten door aan te tonen dat de werkelijke uitstoot lager is dan de berekende uitstoot. Waarom niet nu al de RDW-data van emissie per model auto gebruiken in plaats van gemiddelden, zo vraagt ‘H.’ zich af.

Individuele norm pas in 2030

Volgens Heijen is dat nu nog niet nodig. De regeling rekent voorlopig met gemiddelde emissies per brandstoftype, zoals elektrisch, benzine of diesel, juist om de administratieve lasten voor werkgevers niet te groot te maken. Het ministerie gaat de regeling in 2026 evalueren. Dan pas wordt besloten of er per individuele werkgevers een norm komt voor de maximale CO2-uitstoot per reizigerskilometer. Die norm gaat op zijn vroegst gelden vanaf 2030. Tegen die tijd wordt de normberekening verfijnd. En dan pas komen de boetes om de hoek kijken.

OV als alternatief

De brievenschrijver geeft ook aan dat het OV in Nederland buiten de Randstad vaak geen alternatief is voor de auto, omdat het OV er minder frequent rijdt en er niet overal haltes zijn. Dat leidt er toe dat werkgevers buiten de Randstad moeilijker aan hun norm kunnen voldoen. Ook hier antwoordt Heijnen dat er met de eventuele invoering van een normuitstoot per individuele werkgever vanaf 2030 rekening gehouden zal worden met de mate van OV-bereikbaarheid per regio.