Zonder verweer verliest de werkgever bijna altijd
Een vertegenwoordiger die een jaarcontract heeft met tussentijdse opzegging bij RV Vastgoedonderhoud. Na acht maanden wordt hij op staande voet ontslagen. De vrijdag voorafgaand aan zijn ziekmelding op maandag heeft hij aangegeven dat hij de tweede rit niet kan rijden omdat hij zeven uur in de file heeft gestaan en geweigerd verantwoording af te leggen waar.
De situatie
Nadat hij zich die maandag per WhatsApp heeft ziekgemeld vanwege een voedselvergiftiging, heeft hij later nog met zijn leidinggevende gebeld. Tijdens de woordenwisseling die toen ontstond, heeft hij opgehangen. Per WhatsApp heeft hij zijn excuses aangeboden voor zijn aandeel tijdens het gesprek. Daarna ontvangt hij een mail met de mededeling dat hij op staande voet is ontslagen.
Eisen werknemer
Hij laat het er niet bij zitten en vecht het ontslag op staande voet bij de kantonrechter aan omdat het niet voldoet aan de eisen van artikel 7:677 lid 1 BW. Hij eist van de werkgever, die niet op de zitting komt opdagen, een transitievergoeding, een gefixeerde schadevergoeding en een billijke vergoeding. Verder eist de werknemer dat RV Vastgoedonderhoud geen rechten kan ontlenen aan het concurrentiebeding en relatiebeding van de arbeidsovereenkomst.
New Hairstyle arrest
De kantonrechter kan op verzoek van de werknemer een billijke vergoeding toekennen als de werkgever de arbeidsovereenkomst opzegt in strijd met artikel D7:671 BW. Bij de bepaling van de hoogte van de billijke vergoeding moet de rechter rekening houden met het New Hairstyle arrest. Dat houdt in dat bij de bepaling van de hoogte van de vergoeding rekening moet worden gehouden wat de inkomenspositie van de werknemer zou zijn zonder ontslag. Daarnaast speelt de lengte van het dienstverband mee en hoe lang de arbeidsovereenkomst normaal geduurd zou hebben.
Uitspraak rechter
De rechter bepaalt dat het ontslag onrechtmatig is en veroordeelt RV Vastgoedonderhoud tot een vergoeding voor onregelmatig opzeggen van € 5.470, een transitievergoeding van € 879 en een billijke vergoeding van € 3.000. Ook kan RV Vastgoed zich niet beroepen op de bepalingen uit het concurrentie- en relatiebeding.
De uitspraak helemaal lezen? Dit is de ECLO code: ECLI:NL:RBGEL:2023:4462