HR-directeur SZW maakt misbruik van parkeergarage
Al jaren ontmoedigt de rijksoverheid haar ambtenaren om met de auto naar het werk te komen. Er zijn wel parkeerplaatsen in de garage naast het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), maar niet bedoeld voor eigen personeel. Tijdens de coronaperiode werden de teugels even gevierd, maar daarna kwam er weer een stop op gebruik voor eigen mensen. Dat gold niet voor de HR-directeur van het ministerie. Althans, dat vond hij zelf.
Ontkenning
Het begon op te vallen dat de HR-afdeling wel erg veel uitrijkaarten gebruikte. De interne speurneus van het ministerie noteerde over de eerste helft van 2023 dat van de 674 24-uurskaarten voor het hele ministerie er 215 door de HR-afdeling waren gebruikt. En daarvan waren er 152 aangevraagd door het hoofd van de afdeling. Toen de HR-directeur om uitleg werd gevraagd, ontkende de directeur dat hij vaak uitrijkaarten van de parkeergarage gebruikte. Het ministerie stelde hem in de gelegenheid gesteld om aan te tonen waar hij dan wel parkeerde, maar de HR-directeur weigerde uit principe nadere stukken of toelichting te verstrekken.
Ontslaggronden
Omdat er ook sprake was van disfunctioneren, stapte het ministerie naar de rechter en vroeg om ontbinding van de arbeidsovereenkomst op verschillende gronden: (ernstig) verwijtbaar handelen op basis van de zogenaamde e-grond vanwege het misbruik van parkeerkaarten, ongeschikt zijn voor de bedongen arbeid door zijn disfunctioneren (d-grond), een onherstelbaar verstoorde arbeidsverhouding tussen partijen (g-grond) en een combinatie van deze ontslaggronden (i-grond).
I-grond
De rechter pluisde de zaak helemaal uit. Uiteindelijk vond hij dat de werknemer onvoldoende gelegenheid had gehad om tot verbetering van zijn functioneren te komen. Het onrechtmatig gebruik van de uitrijkaarten was weliswaar verwijtbaar handelen van werknemer, maar niet in die mate dat van werkgever de arbeidsovereenkomst mocht beëindigen. En de arbeidsverhouding was wel verstoord, maar niet ernstig genoeg. Alle aparte gronden waren onvoldoende reden tot ontslag, alleen de relatief nieuwe i-grond, de combinatie van de andere gronden, weer wel.
Cumulatievergoeding
Dus ontbond de rechter de arbeidsovereenkomst. De werknemer kreeg een transitievergoeding toegekend, plus een opslag, de zogenaamde maximale cumulatievergoeding. Maar het verzoek van werknemer om toekenning van een billijke vergoeding van € 394.250 werd afgewezen, evenals het verzoek om vergoeding van immateriële schade van € 10.000 en het verzoek om rectificatie.
De uitspraak zelf nalezen? Zoek het op met dit nummer: ECLI:NL:RBDHA:2024:10069