Jongeren willen gewoon een vast contract
Als werkgevers door blijven gaan met flexibele contracten aan te bieden aan jongvolwassenen, keert de wal vanzelf het schip. Dan zijn er straks geen jongeren die meer voor die werkgevers willen werken. Het blijkt namelijk dat jongvolwassenen een zeer duidelijke afkeer hebben van flexibele arbeidscontracten. Die bieden weinig inkomens- en baanzekerheid. Hoe onzekerder het contract, des te groter de afkeer. Jongeren willen gewoon een vast contract. Werkgevers hebben daarentegen een duidelijke voorkeur voor flexibele contracten.
700 werkgevers en 1.000 werknemers
Dat blijkt uit het proefschrift van Lin Rouvroye, die op 15 april promoveerde aan de Rijksuniversiteit Groningen op de thesis ‘Secure or at risk? Employers and young adults on their experiences and preferences regarding flexible employment contracts‘. Zij ondervroeg 700 werkgevers en 1.000 werkende jongeren die niet meer thuis wonen. In een interview met de Volkskrant, ook op 15 mei, lichtte Rouvroye de resultaten verder toe en gaf hoogleraar arbeidsmarkt Ton Wilthagen commentaar.
Vast contract is helemaal niet ouderwets
Slechts 40% van de groep werkende jongeren tussen de 25 en 35 heeft een vaste baan, de rest heeft een flexibel contract (tijdelijk, oproep-, uitzend- of detacheringscontract). Volgens Wilthagen hebben werkgevers en uitzenders flexwerk altijd gelegitimeerd door te stellen dat jongeren een vast contract maar ouderwets vinden. Die mythe is volgens Wilthagen nu volledig ontkracht. En dat is niet verrassend, omdat de maatschappij je aan alle kanten afrekent op een vast arbeidscontract. Als flexwerker kan je soms geen huis huren, laat staan kopen.
Werkgevers blijven fan van flex
Werkgevers zijn nog steeds fan van flex. Niet alleen omdat het financiële risico’s beperkt. Uit het onderzoek blijkt ook dat veel werkgevers flex zien als verlenging van de proeftijd. Verder zien ze dat een flexcontract soms leidt tot betere prestaties: omdat flexwerkers niet weten of ze mogen blijven, lopen ze nog harder. Toch is er ook een andere kant: sommige werkgevers erkennen dat flexwerk leidt tot minder welzijn, tot irritaties bij collega’s die flexwerkers zien komen en gaan, en tot een probleem op lange termijn dat er geen jongeren meer voor hen willen werken.