Nieuws
Publicatiedatum: 11 maart 2024 | Geschreven door: Janneke Zoutenbier

Intensievere aanpak werkgevers zonder pensioenregeling

Het kabinet gaat kleine werkgevers (tot tien werknemers) extra aanmoedigen om voor hun werknemers een pensioenregeling te treffen. In die categorie blijkt de zogenaamde witte vlek (werknemers zonder pensioenregeling) relatief het grootst. Het gemiddelde van alle werknemers zonder pensioenregeling is gezakt van 13,4% in 2019 naar 10,6% in 2022. Maar bij kleine werkgevers is dat nog steeds 34%, drie keer zo hoog. Dat blijkt uit de voortgangsrapportage die minister Schouten op 7 maart naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.

Extra maatregelen

Het doel van het kabinet is het aandeel werknemers zonder pensioenopbouw in vijf jaar te laten halveren ten opzichte van 2019. Dat betekent dat eind dit jaar het gemiddelde nog maar 6,7% zou moeten zijn. Dat betekent dat de kabinet en sociale partners harder aan de bak moeten. Schouten wil daarom jonge, startende ondernemingen en kleine bedrijven extra wijzen op het belang van een pensioenregeling. Ze wil onderzoeken wat de drempels zijn die deze werkgevers ervaren. Op basis van de uitkomsten van dit onderzoek volgt een aangepaste communicatiestrategie en -aanpak.

Witte vlek

Het totaal aantal werknemers zonder pensioenregeling is tussen december 2019 en december 2022 met 170.000 afgenomen, van 936.000 naar 766.000. Andere groepen die een grotere witte vlek hebben dan gemiddeld zijn uitzendkrachten (12,6%) en jongeren tussen de 21 en 35 jaar (14,5%), vanwege het grote aandeel flexbanen in die leeftijdscategorie. Van de groep 18 tot 20 jaar, die dankzij de nieuwe pensioenwet voor het eerst ook in aanmerking komen voor pensioenopbouw, zijn nog geen cijfers bekend, omdat de wet pas recent in werking is getreden.