Lagere ambtenaren ervaren meer discriminatie
Eén op de tien ambtenaren bij de overheid heeft in 2023 op de werkvloer met racisme te maken gehad. Een ongeveer net zo’n grote groep heeft gemerkt dat collega’s racistische opmerkingen maken over burgers. Dat blijkt uit een enquête die is uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Zo’n 14.300 rijksambtenaren zijn daarvoor benaderd, van wie er 4.500 de vragenlijst hebben ingevuld. Er is bovendien vastgesteld dat racisme ook bij andere ministeries voorkomt. Dat is te lezen in een kamerbrief van 7 februari.
Lagere salarisschalen
De aanleiding voor de enquête was het verkennende rapport ‘Racisme bij BZ’ in 2022. Daaruit bleek dat racisme op de werkvloer veelvuldig voorkomt. Opmerkelijk is dat werknemers uit de lagere salarisschalen die buiten Europa zijn geboren, meer racisme ervaren dan hun collega’s. Van hen ervaart 29% racisme, terwijl dit bij ambtenaren met Nederland als herkomstland op 6% ligt. En in de onderste vier salarisschalen ervaart zo’n 17% racisme, tegenover 7% in de hogere schalen.
Voorbeeldfunctie
Staatssecretaris Alexandra Van Huffelen benadrukt dat ambtenaren een belangrijke voorbeeldfunctie hebben. Er wordt momenteel gewerkt aan extra inspanningen om discriminatie en racisme terug te dringen. Hoewel de concrete invulling ontbreekt, denkt men aan ‘ondersteuning van leidinggevenden in hun verantwoordelijkheid en cruciale rol om racisme aan te pakken’ en ‘het stimuleren van een breed en objectief werving- en selectieproces’. Ook wijst Van Huffelen op de aanwezigheid van vertrouwenspersonen en inspecties.