Nieuws
Publicatiedatum: 6 juli 2022 | Geschreven door: Janneke Zoutenbier
Arbeidsmarkt toekomst

Naar een toekomstbestendige arbeidsmarkt

Met de aanpak van schijnzelfstandigheid, het afschaffen van het oproepcontact en de draaideurconstructie en gelijke behandeling van uitzendkrachten volgt het kabinet de adviezen van de Commissie Borstlap en de SER. Dat staat te lezen in de Kamerbrief van 5 juli van Minister Karien van Gennip van Sociale Zaken en werkgelegenheid.

Bewijslast werknemerschap ligt voortaan bij werkgever

Het belangrijkste criterium om een arbeidsrelatie vast te stellen is de gezagsverhouding. Daarom komt Van Gennip met een nadere uitwerking over het begrip gezag. Daarnaast komt de bewijslast of iemand zelfstandig werkt bij de werkgever, het zogenoemde rechtsvermoeden van dienstverband. Ook kunnen zelfstandigen die minder verdienen dan 30 tot 35 euro meteen een dienstverband opeisen, zodat ze ook recht hebben op vakantiedagen, pensioen en ontslagbescherming. Verdient een zelfstandige minder dan die 30 tot 35 euro, dan moet de werkgever bewijzen dat het wel degelijk gaat om een zelfstandige die vrij is te onderhandelen over het tarief en wanneer en op welke wijze de opgedragen klus wordt geklaard.
Met de begrippen rechtsvermoeden, gezag en uurtarief hebben Belastingdienst en Arbeidsinspectie instrumenten in handen om op schijnzelfstandigheid te controleren.

Kabinet doet oproepcontracten in de ban

Het vaste contract wordt weer de norm. Flexwerkers en oproepkrachten krijgen meer zekerheid door het nieuwe basiscontract dat de huidige oproep- en min-max-contracten vervangt. In het basiscontract is een minimum aantal uur per kwartaal opgenomen. Dit biedt werknemers meer loonzekerheid en meer zekerheid over het werkrooster. Met de dit basiscontract komt ook een einde aan de draaideurconstructie in de ketenregeling zoals nu gebeurt. Na maximaal drie tijdelijke contracten in drie jaar, moet de betreffende werknemer voor minimaal een half jaar uit dienst. Dan kan de cyclus weer opnieuw beginnen. Naar alle waarschijnlijk maakt het kabinet een uitzondering voor studenten, scholieren en seizoenswerk.

Gelijke behandeling uitzendkrachten

Om malafide uitzendbureaus te bestrijden, gaan er strenge regels gelden voor de uitzendbranche. Alleen uitzendbureaus die aan de strenge kwaliteitsnormen voldoen, ontvangen een certificaat. Deze certificering gaat in 2025 in. Daarnaast moeten uitzendkrachten gelijke arbeidsvoorwaarden krijgen als de collega’s van de inlenende organisatie. Het gevolg is dat uitzendkrachten fors duurder worden.
De Arbeidsinspectie krijgt het nog druk. Naast het verscherpte toezicht op naleving van de RI&E, de controle op schijnzelfstandigheid, komt er nog een extra taak bij, namelijk het toezien op de certificeringsplicht van uitzendbureaus. Om de 15.000 uitzendbureaus te controleren, ontvangt de Arbeidsinspectie jaarlijks tien miljoen euro extra.