Nieuws
Publicatiedatum: 20 februari 2023 | Geschreven door: Wander de Groot

Wet bescherming klokkenluiders in werking

De Wet bescherming klokkenluiders, die sinds 18 februari de oude Wet Huis voor klokkenluiders vervangt, vereist dat organisaties hun al verplichte interne meldprocedure voor misstanden moeten aanpassen aan nieuwe, strengere eisen. Dat geldt per direct voor werkgevers met 250 of meer werknemers. Werkgevers vanaf 50 werknemers hebben tot 17 december 2023 de tijd. En niet te vergeten: de ondernemingsraad moet vooraf met de nieuwe meldprocedure instemmen.

Uitbreiding van het begrip ‘misstand’

De nieuwe wet komt voort uit een Europese richtlijn. Het begrip ‘misstand’ is nu ruimer. Dat was beperkt tot een handeling of nalatigheid waarbij sprake is van een (gevaar voor) overtreding van wet of interne regels waarbij het maatschappelijk belang in het geding is. Voortaan moet in de interne meldprocedure worden opgenomen dat een misstand ook een (gevaar van) schending van het Unierecht kan zijn. Dat is onrechtmatig of regels ondermijnend handelen of nalaten. Denk aan fraude bij aanbestedingen of het verzwijgen van een vermoeden van witwassen.

Geen verplichting tot eerst intern melden

Ook mag de interne meldprocedure melders niet meer verplichten hun melding eerst intern te doen. De nieuwe wet bepaalt dat meldingen ook direct extern gedaan kunnen worden bij het Huis voor klokkenluiders of een andere bevoegde autoriteit, zoals de Autoriteit Financiële Markten of de Autoriteit Persoonsgegevens. Het Huis voor klokkenluiders is om deze reden uitgebreid met een afdeling onderzoek.

Duidelijker termijnen en registratie

De nieuwe wet geeft ook duidelijkheid over termijnen en registratie. Een werkgever moet elke melding nauwkeurig registreren. Hij moet de melder binnen zeven dagen (schriftelijk) bevestigen dat de melding is ontvangen. Uiterlijk binnen drie maanden moet de werkgever de melder laten weten welke vervolgstappen hij neemt of zal nemen.

Betere geheimhouding identiteit melder

Elk beding in de interne meldprocedure dat het maken van een melding beperkt, is voortaan nietig. In de nieuwe wet zijn ook de eisen over de geheimhoudingsplicht van de identiteit van de melder zijn aangescherpt. Vanaf nu mag de werkgever de identiteit van de melder niet bekendmaken zonder expliciete toestemming van de melder, tenzij de werkgever dat volgens de wet is verplicht.

Omgekeerde bewijslast bij benadeling

Vanaf nu is de bewijslast bij benadeling omgekeerd. Als een melder vindt dat hij is benadeeld vanwege het doen van een melding, is het aan de werkgever aan te tonen dat de benadeling niets met de melding te maken heeft. Bij benadeling kan je denken aan (het dreigen met) een negatieve beoordeling, demotie of overplaatsing. De benadeling mag niet plaatsvinden tijdens de behandeling van de melding, maar ook niet tijdens of na openbaarmaking.

Niet alleen werknemers beschermd

Niet alleen werknemers vallen onder de nieuwe wet, ook anderen die in een ‘ondergeschiktheidsrelatie tegen een vergoeding arbeid verrichten’, zoals stagiairs, zzp’ers, vrijwilligers, (onder)aannemers, leveranciers en sollicitanten. Dat geldt ook voor mensen die een melder bijstaan of interne onderzoeker zijn van een melding.

Volgend wetsvoorstel

Enkele onderdelen van de nieuwe wet treden nu nog niet in werking. Een daarvan is de verplichting anonieme meldingen in behandeling te nemen. Een ander is het recht van het Huis voor klokkenluiders om sancties te mogen opleggen als werkgevers zich niet aan de nieuwe wet houden. En daarmee is de kous nog niet af. Op basis van de evaluatie van de oude wet en van voorstellen van Tweede Kamerlid Omtzigt komt er een volgend wetsvoorstel met nog verdergaande verbeteringen in de positie van klokkenluiders.