Nieuws
Publicatiedatum: 2 mei 2023 | Geschreven door: Janneke Zoutenbier

Drie verschillende fulltime banen reden voor ontslag

Een man die tegelijkertijd voor drie verschillende woningbouwverenigingen werkte zonder dat die dat van elkaar wisten, is volgens de rechter terecht ontslagen. Zijn werkgevers leken niets door te hebben, omdat hij vooral thuiswerkte. Toch viel hij uiteindelijk door de mand. Nu is hij zijn drie banen kwijt en moet hij € 90.000 schadevergoeding betalen. 

112 uur per week 

In 2017 ging de man voltijds aan de slag bij een woningcorporatie in Ridderkerk. In 2019 ging hij ook 32 uur werken voor een corporatie in Grave. Hij sprak met zijn werkgever af dat hij alleen op zijn vrije dag nog voor zijn oude werkgever zou blijven werken, maar hij hield daar gewoon zijn baan aan. In 2020 ging hij ook werken voor derde corporatie, ditmaal in Voorburg, terwijl hij zich ziek had gemeld bij zijn eerste twee werkgevers. Ook hier nam hij een fulltime baan. Totaal werkte de man dus 112 uur in de week, zonder dat zijn werkgevers van iets wisten. 

Ontslagen 

Tijdens zijn arbeidsongeschiktheid werd zijn loon bij twee corporaties doorbetaald, bij de derde kreeg hij gewoon salaris. De man viel door de mand omdat het pensioenfonds van de corporatie uit Ridderkerk zag dat de man op drie plekken werkte en premie afdroeg. Hij werd er op staande voet ontslagen. Daarop stapte de werknemer naar de rechter. Hij vond dat hij zijn werk altijd prima had gedaan. Hij werkte door in de avonden en besteedde een deel van zijn werk uit. Hij had ook nooit een klacht van een van zijn drie werkgevers gehad.  

Schadevergoeding 

De rechter oordeelde op 15 maart dat het ontslag terecht was. De man had verzuimd zijn ‘neven-‘werkzaamheden te melden, zoals in het Burgerlijk Wetboek staat. Op grond van de Arbeidstijdenwet is het ook verboden 118 uur per week te werken en dat had de man moeten weten. Omdat zijn werkgevers niet konden aantonen dat de kwaliteit van zijn werk eronder had geleden, verlaagde de rechter de schadevergoeding van de geëiste € 101.500 naar € 90.000. Dat was vooral voor de loondoorbetaling tijdens zijn ziekte.