Faq's
Laatst gewijzigd op: 20 februari 2017 | Geschreven door: Hans Delissen

Wij hebben een nieuwe werkmaatschappij opgericht en wij willen een aantal collega’s hier naar overhevelen. Het gaat om een nieuwe tak van het bedrijf op dezelfde vestigingsplaats. Moeten deze collega’s een nieuwe arbeidsovereenkomst krijgen of mag ik hen ook met een brief op de hoogte stellen?

Het antwoord op deze vraag hangt af van de omstandigheden. Er kunnen zich grofweg drie situaties voordoen:

  1. Het betreft een overgang van onderneming in de zin van 7:662 BW, waarbij er sprake is van overgang, ten gevolge van een overeenkomst, fusie of een splitsing, van een economische eenheid die haar identiteit behoudt. In dat geval gaan de werknemers van rechtswege mee over, met behoud van hun rechten en plichten. Een brief volstaat en een nieuwe arbeidsovereenkomst is niet persé noodzakelijk.
  2. Er is sprake van opvolgend werkgeverschap, omdat het gaat om verschillende werkgevers die ten aanzien van de verrichte arbeid redelijkerwijze geacht moeten worden elkaars opvolger te zijn. Het gaat dan om een reeks arbeidsovereenkomsten van bepaalde tijd. Arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd tellen niet mee. Het maakt niet uit of de arbeidsovereenkomsten dezelfde identiteit hebben of niet. Ze kunnen dus verschillen qua werkzaamheden of arbeidsvoorwaarden. In dit geval adviseer ik wel een nieuwe arbeidsovereenkomst te sluiten tussen de nieuwe BV en de werknemer.
  3. Er is geen sprake van verbondenheid tussen de eerste en tweede BV in de zin van activiteiten of opvolgend werkgeverschap. Er geldt dan vraag en aanbod. De nieuwe BV biedt een arbeidsovereenkomst aan de werknemer.

Let op: er is dus geen eenduidig antwoord te geven op basis van de beperkte vraagstelling. Relevant is ook bijvoorbeeld of er een concurrentiebeding geldt, of een proeftijd. Een ander aandachtspunt is dat de arbeidsovereenkomst die volgt op een arbeidsovereenkomst van onbepaalde tijd niet eindigt van rechtswege. Ook moet worden onderzocht of er een cao van toepassing is en of daarin andersluidende regels zijn opgenomen.

Het antwoord op deze vraag is geformuleerd door Eveline Buyink, advocaat/MfN-mediator