Nieuws
Publicatiedatum: 12 juni 2024 | Geschreven door: Eugenia Melissen Ferrer
rechtspraak

Lid op de neus voor hoogleraar die vals beschuldigt

Binnen een onderzoeksinstituut van de Universiteit Maastricht is een vacature voor hoogleraar. Een hoogleraar uit een van de onderliggende vakgroepen probeert uit alle macht te voorkomen dat een collega van een andere vakgroep die plek krijgt. De reden is helder, zegt de hoogleraar: de collega veroorzaakt seksueel overschrijdend en intimiderend gedrag en dat zou je niet moeten willen.

Lul in je broek

Hij trekt aan de bel bij de instituutsdirecteur, bij de decaan en bij het college van bestuur. De decaan geeft aan dat er misschien ook wel een persoonlijk probleem is tussen de vakgroep-hoogleraar en de sollicitant. Als het college voorstelt om via mediation het gesprek met elkaar aan te gaan, stuurt de hoogleraar een boze mail, met daarin onder meer de tekst: ‘Meen je dan echt dat ik een mediatie moet doen met iemand die ons het leven zuur maakt? Moet ik hem dan gaan vertellen dat je op het werk niet intimideert? Dat je je lul in je broek moet houden?’

Onterecht beschuldigd

Niet veel later laat hij de medewerkers van zijn vakgroep een brief schrijven dat er sprake is van een groot gevoel van sociale onveiligheid. Het college besluit tot een onderzoek en zet de vacature voor de leerstoel ‘on hold’. Uit het onderzoek blijkt werkelijk geen enkele beschuldiging stand te houden. Wel noteren de onderzoekers dat er sprake van een enorme interne gerichtheid van de vakgroep van de hoogleraar. Ze hebben het gevoel altijd te worden achtergesteld. Ondanks het onderzoek blijkt de hoogleraar niets terug te nemen van zijn beschuldigingen.

Lid op de neus

En zo loopt een onterechte beschuldiging van seksueel overschrijdend gedrag uit op een arbeidsconflict, waarbij de hoogleraar het lid op de neus krijgt: hij wordt ontslagen. De rechter oordeelt dat hij verwijtbaar heeft gehandeld door een collega valselijk te beschuldigen. Een billijke vergoeding wordt afgewezen. Wel krijgt de ex-hoogleraar een transitievergoeding, aangezien de universiteit zo aardig is deze bij de rechter aan te vechten (of dat vergeten heeft). Dus krijgt de hoogleraar € 135.954,31. Wel moet hij de proceskosten betalen. [ECLI:NL:RBLIM:2024:2605]