Nieuws
Publicatiedatum: 16 februari 2023 | Geschreven door: Wander de Groot

Rechter definieert wat ‘verplichte’ scholing is

Afgelopen 1 augustus werd de Wet transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden van kracht. Sindsdien is het niet meer toegestaan bij verplichte scholing een studiekostenbeding af te spreken. Daarbij moet de werknemer de studiekosten deels terugbetalen als hij of zij uit dienst gaat. Maar wat is nu precies ‘verplichte’ scholing? De rechter deed hier op 10 januari 2023 een uitspraak over: verplicht is een opleiding pas als de werkgever dat eist in relatie tot huidige functie-uitoefening.

Studiekostenregeling

De zaak draaide om een medewerker bij een accountantskantoor die kort na het afronden van twee opleidingen zijn baan opzegde. De werkgever reageerde door een overzicht te sturen welk bedrag de medewerker nog moest terugbetalen voor twee opleidingen volgens de studiekostenregeling. De werknemer weigerde dat, met een beroep op de Wet TVA: bij verplichte scholing vanuit de werkgever is zo’n studiekostenbeding niet geldig.

Niet noodzakelijk

Samen kwamen ze er niet uit, dus moest de rechtbank Midden-Nederland uitsluitsel geven. De rechter vroeg partijen door op het begrip ‘verplicht’. Uiteindelijk volgde hij de argumentatie van de werkgever: de ene opleiding was op eigen initiatief van de werknemer. De ander was weliswaar aangedragen door de werkgever, maar niet noodzakelijk voor het uitoefenen van de functie. En evenmin verplicht bij een volgende carrièrestap, hooguit wenselijk.

Burgerlijk Wetboek

Want zo staat het in het artikel 7:611a lid 2 van het Burgerlijk Wetboek: ‘De werkgever stelt de werknemer in staat scholing te volgen die noodzakelijk is voor de uitoefening van zijn functie en, voor zover dat redelijkerwijs van hem kan worden verlangd, voor het voortzetten van de arbeidsovereenkomst indien de functie van de werknemer komt te vervallen of hij niet langer in staat is deze te vervullen.’