Wat houdt de aanzegplicht voor de werkgever in?
Als een werknemer een tijdelijke arbeidsovereenkomst heeft voor zes maanden of langer, heb je als werkgever een aanzegplicht. Je moet volgens de Wet werk en zekerheid (Wwz) uiterlijk één maand voordat het contract afloopt de werknemer schriftelijk meedelen of het contract wel of niet wordt verlengd. Doe je dat niet of niet op tijd, dan heeft de werknemer recht op een aanzegvergoeding. Die bedraagt maximaal één maandsalaris als de werkgever niet heeft aangezegd, of naar rato korter als de werkgever pas later heeft aangezegd.
Aanzegvergoeding
Als je je niet of niet op tijd de aanzegplicht houdt, betekent dit niet dat de arbeidsovereenkomst langer doorloopt, alleen dat je een aanzegvergoeding moet betalen. Al zijn daar een paar uitzonderingen op:
- De werkgever hoeft de aanzegvergoeding niet te betalen als de werknemer deze niet binnen twee maanden na afloop van het arbeidscontract heeft geclaimd.
- Als de werkgever bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst al schriftelijk heeft aangegeven dat er geen opvolgend contract zal zijn, dan is er ook aan de aanzegverplichting voldaan.
- De aanzegplicht geldt niet voor uitzendkrachten, arbeidsovereenkomsten die korter zijn dan zes maanden of tijdelijke contracten zonder einddatum.
- De aanzegvergoeding is niet verschuldigd bij faillissement, uitstel van betaling of toepassing van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen.
Verschil tussen aanzegtermijn en opzegtermijn
Een aanzegtermijn iets anders dan een opzegtermijn. Met de aanzegtermijn laat je als werkgever de werknemer met een tijdelijk contract weten of het contract stopt op de einddatum of dat je gaat verlengen. De opzegtermijn gaat over hoe lang je van tevoren aan moet geven dat je een contract wil beëindigen. Dat kan een vast contract zijn, of een tijdelijk contract met tussentijdse opzegmogelijkheid. De opzegtermijn is verschillend voor werkgever en werknemer. In principe is die voor de werkgever twee keer zo lang.